Ik kan rusten in de gedachte dat een leven voorbij is, wanneer ziekte, ouderdom of rampspoed hun tol eisen. Ik heb me over te geven aan het onvermijdelijke, de natuur. En ik kán dat meestal ook. Bij de uitvaarten die ik heb meegemaakt voel ik soms een soort berusting. Overgave. Het proces van afscheid nemen is dan kennelijk al in volle gang. De dood hoort bij het leven. Maar…
Maar ik kan me ook voorstellen dat de dood voor ons gevoel niet bij het leven hoort, een jong mens, een kind, dood door zinloos geweld, voorbeelden genoeg. Het gevoel van onrechtvaardigheid.
Eén dood neemt bij mij bijzondere plaats in: de zelfdoding. Ik kan er niks mee, ik kan me niet overgeven aan het lot van de natuur, nog kan ik me het gevoel van onrechtvaardigheid voorstellen. De gedachte aan een bekende die zich een tijd terug zichzelf verhing, blijft hangen. Ja ik zie de ongelukkige woordspeling, maar dat is precies wat het is.
Er is momenteel veel aandacht voor zelfdoding of suïcide – en terecht benoemt René Diekstra de blijvende gevolgen voor de nabestaanden. Nabestaanden die naast de vervreemdende gevoelens zich vaak ook nog schuldig voelen.
In het geval dat ik hier noem héb ik aandacht gegeven, maar één belangrijk element ontbrak: de sociale omgeving stemde niet af. Pas na het overlijden bleken anderen al op de hoogte te zijn van eerdere pogingen. Had ik dat geweten dan? Had ik een verschil kunnen maken? Had ik, had ik…
Dat is het dus, zelfdoding is geen oplossing, voor niemand, niet voor de dode, niet voor de levenden. Het laat alleen maar vraagtekens achter.
Toch zie ik een lichtpuntje, want misschien kunnen we wel wat met dat vraagteken. Alleen moeten we dat vraagteken in het hier en nu plaatsen en ons veel meer en veel verder openstellen voor elkaar. Niet alleen als we een vermoeden hebben.
Openstellen! Luisteren, echt luisteren. Kun jij dat? Kan ik dat? Kun jij mijn verhaal horen zonder je eigen verhaal in gedachten erbij te betrekken? Kan ik jouw verhaal horen zonder gedachten, zonder interpretatie?
Robert Koops