Jan Bor (Amsterdam 1946) is filosoof en publicist. Hij schreef talloze boeken over westerse en oosterse filosofie en maakte documentaires voor de Boeddhistische omroep. Bor legde zich tien jaar lang (onder andere in Japan) toe op het beoefenen van zen.
Het boek
‘Honderden nieuwe sektes, die inspiratie uit het Oosten putten’, signaleert Bor. Allemaal pretenderen ze een eigentijdse spiritualiteit aan te bieden. Maar is die wel zo eigentijds? Lijkt die niet stiekem gewoon heel erg op ‘reguliere’ religie? Gezien de titel laat het antwoord zich raden.
In het dagelijks leven noemen we iemand ‘zen’ als hij kalm is en de wispelturigheid van Vrouwe Fortuna onverstoord trotseert. Maar zen is natuurlijk niet alleen een modieus adjectief, maar allereerst een spirituele traditie die haar wortels heeft in China en Japan.
Zen spoort ons aan in de leegte die in ons leeft te kijken en de weg naar binnen af te leggen om ware vrijheid te vinden, vertelt Bor. Daar waar de taal ons in te steek laat, ja zelfs in de weg zit, in de ruimte die bestaat vóór het denken, daar ergens moeten we zijn.
Hoe vind je die plek? Als het aan de traditionele zen ligt onder leiding van een zenmeester. En daar gaat het mis, meent Bor. Zenmeesters plaatsen zichzelf boven hun leerlingen; deze moeten in eendere pijen en met kaalgeschoren hoofden uren mediteren en worden gedresseerd middels een rigide nadruk op vorm.
Zen is daarmee heteronoom, en dus een religie, zegt Bor. Terwijl de weg naar binnen juist bij uitstek een autonome, individuele weg is, stelt Bor. Niemand mag je vertellen hoe je die moet gaan en hij is voor iedereen anders. Er is dus niet één methode. Trek je de vorm en de hiërarchie van zen af, dan houd je iets over dat niet uniek is aan het zengedachtengoed.
Opvallende passage
Een parabel over de afwezigheid van een methode om bij je innerlijk te komen: Confucius zag ooit een man zwemmen in een woeste waterval waar zelfs geen dieren konden zwemmen en vroeg hem of hij een methode (tao) had om het water de baas te kunnen: ”Welnee!’, zei de man. ‘Ik heb helemaal geen Tao […] Met de draaikolk ga ik naar beneden en met de tegenstroom kom ik weer boven. Ik volg de weg van het water, en er is niets wat ik zelf doe. Zo kan ik erin verblijven.”
Reden om dit boek niet te lezen
‘Ergernis’ is de eerste paragraaf van ‘OnZen’ getiteld. Bors haren gingen recht overeind staan bij het zien van al die oosters geïnspireerde sektes. Een mens mag zich ergeren, maar aantrekkelijk is het nooit. Bor herhaalt zijn punt uitentreuren. ‘Tot vervelens toe zeg ik het nog een keer’, schrijft hij zelfs. Maak je niet zo druk, denk je als lezer al snel. Treden er nu werkelijk zo veel mensen in het zenklooster? Laat ze toch. Je hebt er toch zelf ook ooit voor gekozen en bent er toch wijzer van geworden? Gun een ander ook zo’n vormende vergissing. Bors ergernis lijkt geworteld in persoonlijke teleurstelling. Schrijft hij hier zijn zen-verleden van zich af? Zijn ex-zenmaatjes komen er niet altijd even goed van af. Daarmee lijkt OnZen op een afrekening in het spirituele circuit.
Religie is bij Bor bovendien een beetje een flat character: heteronoom en ‘niet van deze tijd’, noemt Bor het met behulp van de Franse filosoof Gauchet: “Als je uitgaat van heteronomie – je verlossing hangt af van een hogere, transcendente macht – dan meen je tevens dat mensen ongelijkwaardig zijn en dat een samenleving hiërarchisch geordend moet zijn.” Hierover kun je discussiëren. Bors eigen hameren op autonomie en individualisme, zou echter wel eens juist te zeer van deze tijd kunnen zijn.
Reden om dit boek wel te lezen
De lessen uit de zen die Bor beschrijft, stemmen tot nadenken én (be)oefenen: “[…] verwar de voorstelling die je van iets maakt of het ideaal dat je erop projecteert niet met de zaak zoals je deze ervaart”. Waar ‘het ideaal’ staat, kun je ook ‘de angst’ neerzetten, of ‘de wens’. Je hoeft niet in het klooster te treden, noch je hoofd kaal te scheren om hier iets van te leren. Als het je als lezer lukt je niet aan de ergernis van Bor te ergeren is dit gewoon een informatief en geregeld ook mooi boekje.
OnZen
Jan Bor, Uitgeverij Prometheus
168 pagina’s, prijs 15,00 euro
Pieter van der Wielen spreekt met Jan Bor in Nooit meer slapen
VPRO 19 mei 2016